Waarom leven katten langer dan honden?

Dankzij domesticatie maken zowel katten als honden al honderden jaren deel uit van het ouderlijk huis. Aanvankelijk was de relatie tussen mens en dier wederzijds voordelig, terwijl we nu huisdieren houden voor plezier en gezelschap. Gedurende deze tijd is opgemerkt dat katten de neiging hebben om langer te leven dan honden, zelfs tot op de dag van vandaag.

Dus hoe komt het dat zelfs met de beste zorg die een huisdiereigenaar kan geven, katten nog steeds langer lijken te blijven hangen dan hun hondentegenhangers?

Snel overzicht

01

Katten leven tot ongeveer 15-20 jaar – tussen de 5-10 jaar langer dan honden.

02

Er zijn evolutionaire en door de mens gemaakte redenen voor het verschil in levensverwachting, inclusief fokken en gedrag.

03

De gezondheidszorg voor huisdieren is in de loop der jaren vooruitgegaan en verhoogt de levensduur van zowel katten als honden.

Wat is het verschil in levensverwachting?

Gemiddeld zal een kat tussen de vijftien en twintig jaar oud worden, terwijl de levensverwachting van honden veel korter is dan een kat, meestal rond de tien tot twaalf jaar. Sommige katten en honden leven langer dan het gemiddelde, en als we de recordboeken onderzoeken, leefde de oudste kat ooit tot 38 jaar oud, terwijl de oudste hond op de geregistreerde leeftijd tot de rijpe leeftijd van 31 jaar leefde.

Deze aantallen zijn indrukwekkend, maar de meeste katten en honden hebben de neiging om binnen het gemiddelde bereik te leven. Voor veel eigenaren van gezelschapsdieren is deze tijd nooit genoeg, dus er wordt veel nagedacht over hoe ze katten en honden langer gezond en gelukkiger kunnen houden.

We onderzoeken de zes mogelijke redenen waarom katten langer leven dan honden:

Katten zijn solitaire wezens

Katten hebben de neiging om zichzelf te houden en alleen in het wild te leven, waarbij ze roofdieren en andere dieren vermijden, tenzij ze jagen. Dit helpt hun blootstelling aan infectieziekten te verminderen die hun leven kunnen verkorten of beëindigen.

Honden daarentegen zijn roedeldieren, dus ze hebben meer kans om te worden blootgesteld aan infectieziekten, zoals parvovirus, door nauw contact met anderen. Als een hond een infectie heeft, is de kans groot dat deze zich door de groep verspreidt.

Katten zijn beter in het verdedigen van zichzelf

Een hond ziet er misschien uit als de fellere concurrent in een gevecht met zijn indrukwekkende bek van tanden, maar de kat wint zonder twijfel op verdediging. Ze hebben scherpe klauwen en tanden om zich te verdedigen tegen roofdieren. Hun supervaardigheid ligt in hun behendigheid, flexibiliteit en versnelling.

Katten kunnen draaien en draaien om aan gevaar te ontsnappen, vanuit stilstand hoog opspringen en een knop aanzetten. Deze wendbaarheid en flexibiliteit geven de voorsprong op concurrenten. Het gezegde katten hebben negen levens is afgeleid van onze erkenning van hoe goed katten zijn in het ontsnappen aan gevaar en bijna-doodervaringen!

Calorie-inname

Een kat kan overleven op minder calorieën in vergelijking met een hond, en dit stelt hen in staat om in het wild te overleven wanneer de tijden moeilijk worden. Omdat ze alleen leven, hoeft een kat meestal alleen maar te denken aan het voeden van zichzelf, terwijl een hond meestal in een roedel leeft en dus al het voedsel dat ze vinden moet delen. Katten zijn ook erg goed in het besparen van water, dus kunnen overleven, zelfs als zoetwaterbronnen schaars zijn.

Katten hebben wel een klein nadeel ten opzichte van honden. Een kat is een obligate carnivoor, wat betekent dat hij de eiwitten in vlees nodig heeft om te overleven. Een hond is een alleseter, dus hij kan een mengsel van vlees en plantaardige stoffen eten om rond te komen wanneer voedsel schaars is.

Selectief fokken

Het fokken van honden is een enorm populaire hobby, met veel verschillende rassen en kruisingen die in de loop der jaren zijn ontstaan en veranderd. Het probleem is dat niet al deze rassen gezond zijn, met specifieke fysieke kenmerken zoals krullende staarten die selectief worden gefokt boven gezondheid. Daarom hebben we zo’n verscheidenheid in maten en vormen van honden, ook al stammen ze allemaal af van één primaire voorouder, de wolf. Helaas hebben sommige rassen zulke ernstige gezondheidsproblemen, zoals de mopshonden en bulldogs met een plat gezicht, die hun levensduur aanzienlijk beïnvloeden, zelfs in vergelijking met andere hondenrassen.

Katten zijn ook beïnvloed door selectief fokken, waarbij rassen zoals de Perzische en Ragdoll over het algemeen in totaal minder jaren leven dan andere kattenrassen, maar kattenrassen zijn minder getroffen door gezondheidsproblemen in vergelijking met honden. Ze hebben de neiging om zich in een vergelijkbaar gewichts- en groottebereik te bevinden, hoewel ze fysiek enkele verschillen kunnen hebben. Dit kan hen helpen om langer te leven dan honden, maar het is nog niet bewezen.

Vooruitgang in veterinaire zorg

Zowel katten als honden leven langer dan vroeger vanwege de vooruitgang in de veterinaire gezondheidszorgvoor hen bedeelbaar. Dierenartsen zijn meer gericht op preventieve zorg, het ondersteunen van voeding en het gezond houden van het immuunsysteem van huisdieren met regelmatige vaccinaties.

Wanneer de gezondheid van een huisdier in gevaar komt, hebben dierenartsen een veel uitgebreider scala aan medische behandelingen en meer geavanceerde diagnostiek zoals CT-scanners om de oorzaak van ziekte te kunnen achterhalen en hun leven te verlengen.

Er is hoop dat naarmate de gezondheidszorg en voeding vorderen, honden zelfs de levensduur van katten kunnen inhalen, hoewel de verbeterde gezondheidszorg katten nog langer kan laten leven dan ze nu zijn.

Biologie

Dit is een interessant denkproces, want meestal hoe groter een dier in het dierenrijk, hoe langer ze de neiging hebben om te leven. Bij honden is het tegenovergestelde waar. Een gigantische rashond zoals een Duitse dog of Berner Sennenhond heeft een zeer lage gemiddelde levensverwachting, meestal rond de 8 jaar.

Ter vergelijking: kleine rassen zoals de Chilhuahua leven het langst van hondenrassen, en het is niet ongewoon om 15-17 jaar oud te worden. We weten niet de exacte redenen hiervoor, maar er wordt gedacht dat het lichaam van een hond van een groot ras veel sneller veroudert dan dat van een hond van een klein ras, en dit is de reden waarom ze niet zo lang leven.

Conclusie

Samenvattend zijn er enkele belangrijke verschillen tussen katten en honden die hun verschillen in levensverwachting verklaren. Vooruitgang in de gezondheidszorg en de toenemende mentaliteit van huisdieren die als onderdeel van het gezin worden beschouwd, hebben katten en honden in staat gesteld om gezonder en gelukkiger te leven.

Hoewel sommige katten en honden in het wild leven, leven de meesten nu in een gedomesticeerde omgeving, dus het is te hopen dat we te zijner tijd een verlenging van hun levensduur zullen blijven zien.

Lees ook: 10 kattenrassen die het langst leven