Katten hebben vier rijen snorharen, horizontaal geplaatst aan weerszijden van hun gezicht, 12 op een rij voor een totaal van 24. Dit zijn echter niet de enige tastharen of vibrissae op het lichaam van het dier.
De “wenkbrauwen” van de kat, de snorharen die verder naar achteren op zijn wangen zitten, en de haren aan de achterkant van zijn voorpoten vervullen allemaal zintuiglijke functies. Deze haren zijn twee keer zo dik als normale kattenharen en hun wortels reiken drie keer zo diep in een dichte massa van omliggende zenuwen en bloedvaten.
De snorharen van de kat maken deel uit van het lokalisatiesysteem van het dier. Omdat ze zich uitstrekken tot ongeveer de breedte van zijn lichaam, helpen de snorharen een kat in te schatten waar hij wel en waar hij niet past. De structuren zijn zo gevoelig dat ze een kat kunnen helpen bij het volgen van een gevangen muis en zelfs een indicatie zijn van de gemoedstoestand.
Zie je een kat met zijn snorharen plat tegen zijn gezicht, dan heb je te maken met een defensieve, vijandige katachtige. Snorharen naar voren? Hij is blij, en waarschijnlijk nieuwsgierig naar wat er aan de hand is.
Snorharen zijn zo belangrijk voor de zintuiglijke waarneming van een kat van zijn wereld, dat ze nooit geknipt mogen worden. Of ze nu lang of kort zijn, het zijn vitale structuren die de kat helpen om zijn omgeving te begrijpen en ermee om te gaan.